Midwinter valt op de kortste dag, wanneer de nacht op zijn langst is. Na midwinter zullen de nachten weer korter gaan worden, en de dagen worden langer.
De winter is bij uitstek het seizoen dat volkeren gebruikten en gebruiken om de relatie met hun goden te verfrissen in de vorm van herdenkingen en vieringen. Veel feesten uit de christelijke tradities hebben dan ook wortels met (seizoens) vieringen van het heidendom.
De namen Joel en Midwinter zijn door de eeuwen heen de gebruikelijke aanduidingen geweest voor het feest van de kortste dag. Beide namen komen nog steeds voor in de officiële Woordenlijst Nederlandse taal (het Groene Boekje). De naam midwinter doet vermoeden dat midwinter in het midden van de winter valt. Dit is echter niet zo, want midwinter is het begin van de winter. De naam midwinter drukt dan ook meer het gevoel uit dat de winter op de helft is. Dit gevoel ontstaat doordat de dagen na midwinter weer gaan lengen. Hetzelfde geldt voor Midzomer, waarna de dagen weer korter worden.
Midwinter wordt ook wel het wintersolstitium genoemd. Solstitium is het Latijnse woord voor zonnestilstand. De naam wintersolstitium wordt echter zelden tot nooit gebruikt om het hele feest mee aan te duiden. Het gehele feest wordt meestal Midwinter, maar ook wel Joel of Yule (in Engeland), genoemd.
Rond het wintersolstitium vierden veel volkeren een groot feest dat meestal meerdere dagen duurde. Het Germaanse feest (Joel) duurt twaalf dagen, en wordt in de dagen na het solstitium gevierd. Ook de Romeinen kenden een 12- of 13-daags Midwinterfeest, dat voor en na het wintersolstitium werd gevierd.
Vaak wordt er tijdens het vieren van de jaarfeesten gebruik gemaakt van de strijd tussen de zomer en de winter. De eikkoning en de hulstkoning worden veel met elkaar geconfronteerd. De eikkoning heerst van midwinter tot midzomer, en de hulstkoning van midzomer tot midwinter. Daar waar de eikkoning de groeikracht van de natuur is, symboliseert de hulstkoning de afbrekende kracht van de natuur. In rituelen kunnen deze symbolen ook worden gebruikt. Bijvoorbeeld door het licht dat de hulstkoning draagt tot op de dag van midwinter op midwinter door te geven aan de eikkoning, waarna het licht van de hulstkoning wordt gedoofd. (dit kun je m.b.v. kaarsen symbolisch ‘naspelen’ in een ritueel)
Er wordt gezegd dat de lichtjes die nu nog centraal staan in het kerstfeest, werden gebrand om de zon weer ‘aan te moedigen’ na diens stilstand.
Een ander traditioneel gebruik is het verbranden van een joelblok. Een, vaak met wijn, olie en/of wijwater besprenkelt, houtblok werd verbrand. De as en resten werden als erg krachtig gezien.
De dagen rond midwinter staan bekend als dagen waarop men samen is met familie en vrienden en waarop cadeaus worden gegeven. Nog een kenmerk is de kerstboom, ook bekend als de joelboom.
Een aantal Goden en personen waar het midwinterfeest mee wordt geassocieerd:
- Sol Invictus: zonnegod die in de Syrische stad Emese werd vereerd. De in het jaar 218 gekozen Romeinse keizer riep Sol Invictus uit als enige toegestane God in het Romeinse rijk.
- Mithras: zonnegod die vooral in Iran, en later in het Romeinse rijk, werd vereerd. Op 25 december (de datum waarop destijds het wintersolstitium werd gevierd) werd zijn geboorte gevierd.
- Jezus Christus: Jezus wordt ook wel gezien als 'het eeuwige licht'. De dag waarop Jezus werd geboren is niet bekend. Eerst (in het begin van de vierde eeuw) werd 6 januari als geboortedag gerekend. Later werd dat 25 december. Het feest dat wordt gevierd om de geboorte van Jezus Christus te vieren is het kerstfeest zoals wij dat nu kennen.
- Lucia: Lucia was een vrouw uit Sicilië die in het jaar 304 werd terechtgesteld door een heidense keizer vanwege haar Christelijke geloof. In de late middeleeuwen werd zij verbonden met de terugkeer van het licht na het wintersolstitium vanwege haar naam. (lucia = licht)
De winter is bij uitstek het seizoen dat volkeren gebruikten en gebruiken om de relatie met hun goden te verfrissen in de vorm van herdenkingen en vieringen. Veel feesten uit de christelijke tradities hebben dan ook wortels met (seizoens) vieringen van het heidendom.
De namen Joel en Midwinter zijn door de eeuwen heen de gebruikelijke aanduidingen geweest voor het feest van de kortste dag. Beide namen komen nog steeds voor in de officiële Woordenlijst Nederlandse taal (het Groene Boekje). De naam midwinter doet vermoeden dat midwinter in het midden van de winter valt. Dit is echter niet zo, want midwinter is het begin van de winter. De naam midwinter drukt dan ook meer het gevoel uit dat de winter op de helft is. Dit gevoel ontstaat doordat de dagen na midwinter weer gaan lengen. Hetzelfde geldt voor Midzomer, waarna de dagen weer korter worden.
Midwinter wordt ook wel het wintersolstitium genoemd. Solstitium is het Latijnse woord voor zonnestilstand. De naam wintersolstitium wordt echter zelden tot nooit gebruikt om het hele feest mee aan te duiden. Het gehele feest wordt meestal Midwinter, maar ook wel Joel of Yule (in Engeland), genoemd.
Rond het wintersolstitium vierden veel volkeren een groot feest dat meestal meerdere dagen duurde. Het Germaanse feest (Joel) duurt twaalf dagen, en wordt in de dagen na het solstitium gevierd. Ook de Romeinen kenden een 12- of 13-daags Midwinterfeest, dat voor en na het wintersolstitium werd gevierd.
Vaak wordt er tijdens het vieren van de jaarfeesten gebruik gemaakt van de strijd tussen de zomer en de winter. De eikkoning en de hulstkoning worden veel met elkaar geconfronteerd. De eikkoning heerst van midwinter tot midzomer, en de hulstkoning van midzomer tot midwinter. Daar waar de eikkoning de groeikracht van de natuur is, symboliseert de hulstkoning de afbrekende kracht van de natuur. In rituelen kunnen deze symbolen ook worden gebruikt. Bijvoorbeeld door het licht dat de hulstkoning draagt tot op de dag van midwinter op midwinter door te geven aan de eikkoning, waarna het licht van de hulstkoning wordt gedoofd. (dit kun je m.b.v. kaarsen symbolisch ‘naspelen’ in een ritueel)
Er wordt gezegd dat de lichtjes die nu nog centraal staan in het kerstfeest, werden gebrand om de zon weer ‘aan te moedigen’ na diens stilstand.
Een ander traditioneel gebruik is het verbranden van een joelblok. Een, vaak met wijn, olie en/of wijwater besprenkelt, houtblok werd verbrand. De as en resten werden als erg krachtig gezien.
De dagen rond midwinter staan bekend als dagen waarop men samen is met familie en vrienden en waarop cadeaus worden gegeven. Nog een kenmerk is de kerstboom, ook bekend als de joelboom.
Een aantal Goden en personen waar het midwinterfeest mee wordt geassocieerd:
- Sol Invictus: zonnegod die in de Syrische stad Emese werd vereerd. De in het jaar 218 gekozen Romeinse keizer riep Sol Invictus uit als enige toegestane God in het Romeinse rijk.
- Mithras: zonnegod die vooral in Iran, en later in het Romeinse rijk, werd vereerd. Op 25 december (de datum waarop destijds het wintersolstitium werd gevierd) werd zijn geboorte gevierd.
- Jezus Christus: Jezus wordt ook wel gezien als 'het eeuwige licht'. De dag waarop Jezus werd geboren is niet bekend. Eerst (in het begin van de vierde eeuw) werd 6 januari als geboortedag gerekend. Later werd dat 25 december. Het feest dat wordt gevierd om de geboorte van Jezus Christus te vieren is het kerstfeest zoals wij dat nu kennen.
- Lucia: Lucia was een vrouw uit Sicilië die in het jaar 304 werd terechtgesteld door een heidense keizer vanwege haar Christelijke geloof. In de late middeleeuwen werd zij verbonden met de terugkeer van het licht na het wintersolstitium vanwege haar naam. (lucia = licht)