Vertelde ik gisteren wat ik fijn vind aan de winter
Nu vertel ik wat ik mis
Ik mis mijn tuin, de bloemen, de vlinders, de libellen, de kikkertjes
Ik mis het zingen van de vogels in de vroege morgen
Ik mis het ritselen van de boom naast en boven ons huis
Ik mis de lange, lichte dagen
Ik mis de ijsjes
Lampen zijn aangegaan
Straks hebben we weer de knoppen aan de bomen
En daarna het uitbundige groen
Wat een heerlijk toetje na de winter
Maar nu, eerst de winter
Met vogeltjes die aan en af vliegen om van de pinda's te eten
Kerstroos, wat bloei je mooi