Vandaag heb ik 2 kaarten geschilderd tbv mijn boekenproject 2015. De volgeladen wagen van de familie Joad uit "" de Druiven der Gramschap"" De familie, die wanneer ze weggepest worden van hun land, met hun auto vol bezittingen op weg gaat naar Californië. Onderweg beleven ze allerlei avonturen en dan is daar Californië, is het zo mooi als ze dachten? Dit boek las ik begin van het jaar, ik maakte eerder een kaart die mislukte, dus ik probeerde het nog een keer. Verder zien jullie de kaart die ik maakte n.a.v. het boek "Max Havelaar"" van Multatuli. Toen ik Hella Haasse' s "Heren van de Thee" uit had, dacht ik, nu wil ik iets in het verlengde ervan lezen en dit werd Max Havelaar. Jaren geleden had ik dit boek ook al uit de bibliotheek. Wanneer ik er toen 10 woorden in gelezen heb, waren het er veel.
Ik vond het een vreselijk, onleesbaar boek.
Ik vond het een vreselijk, onleesbaar boek.
Ik ben er opnieuw vol goede moed in begonnen en ik moet zeggen, het is 1 van de raarste boeken die ik ooit las. Het begin: Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht, no. 37. (Ik las het boek in een soort Oud Hollandse schrijfstijl, ik ben de e van koffie dus niet vergeten).
Ik dacht altijd dat Eduard Douwes Dekker in het boek het Nederlandse beleid in Nederlands Indië aanviel, maar dat is helemaal niet zo. Hij valt wantoestanden aan die veroorzaakt worden door een inlandse bestuurder Karta Natta Nagara. De kaart die ik schilderde is naar een foto van deze bestuurder. Ik heb nooit beseft dat in Indonesië ook een hele adellijke gemeenschap leefde met privileges en gewoonten (adat).
Voorin het boek staat een inleiding en daarin wordt aangehaald dat Maarten het Hart het boek een allegaartje vindt. Ik denk, dat is ook onaardig om te zeggen. Maar....... het is een allegaartje. Het begint met koffiehandelaar Droogstoppel, die zichzelf uiterst hoogstaand en bekwaam vindt. Hij ontmoet op straat een oude vriend, Sjaalmans. Zeker tot de helft van het boek is er geen sprake van Nederlands Indië, laat staan van opstandigheid tegen misstanden. Het verhaal kabbelt door over Droogstoppel, zijn familie en vrienden en vooral zijn morele waarden. In het midden van het boek wordt het verschrikkelijk saai, ik lees er zeker een week niet meer in, geen zin. Maar ja, mijn project, het is toch jammer wanneer ik er nu mee op hou. Dus ik lees braaf weer verder, woord na woord en dan wordt het interessant. Ik leer gaandeweg over het Nederlandse bestuur, over de economie, over gewoonten en gebruiken en ik lees over Max Havelaar en zijn vrouw Tine. Max Havelaar die zoveel weggeeft aan arme, behoeftige mensen om hem heen. Maar hij geeft zoveel dat Max en Tine in schulden dreigen te raken.
Ik lees op internet dat Eduard Douwe Dekkers welbewust zo lang heeft gewacht met tot de kern komen. Aanvankelijk lijkt het een humoristisch-realistisch verhaal. Pas later blijkt het werkelijke (politieke) doel van het boek: de reële wantoestanden aan de kaak stellen.
En aan het einde komt dan de beroemde vraag aan Koning Willem III.
‘Want aan U draag ik mijn boek op, Willem den Derden, Koning, Groothertog, Prins … meer dan Prins, Groothertog en Koning … Keizer van ’t prachtig rijk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd … (..) Aan U durf ik met vertrouwen vragen of ’t uw keizerlijke wil is (..) Dat daarginds uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?’
Welke boeken las ik dit jaar
(Voor mezelf om te onthouden)
De ontdekking van de hemel Harry Mulisch
De druiven der gramschap John Steinbeck
Jeugdherinneringen Maxim Gorki
Ecce Homo Nietzsche
Heren van de thee Hella Haasse
Max Havelaar Multatuli