Voor mijn biografieproject las ik de memoires van Simone de Beauvoir. Het boek kwam in 1960 uit, zij was toen 52 jaar. Simone schreef haar memoires in vier delen, ik las dit keer het tweede deel. In het eerste deel beschrijft ze haar kinderjaren, het opgroeien, zij wordt een studente filosofie, ze maakt zich los van het bourgeois milieu waar ze toe behoort, ze ontmoet Jan Paul Sartre. Met hem sluit zij een pact. Zij zullen voor elkaar de belangrijkste zijn, daarnaast mogen er tijdelijke relaties ontstaan. Ze zullen er vrijuit met elkaar over spreken. Het eerste deel eindigt abrupt. Totaal onverwacht overlijdt haar lievelingsvriendin Zaza, iemand die ze al haar hele leven kende. Het is een grote schok.
In het tweede deel is zij afgestudeerd en krijgt zij werk toegewezen. Lesgeven op een school in Marseille, Sartre moet naar le Havre. Bij de gedachte dat ze al haar bekende dingen achter zich moet laten raakt Simone in paniek. Jean Paul Sartre begrijpt het en vraagt haar met hem te trouwen. Ze denkt erover na en besluit dit niet te doen. Ze wil vrij en onafhankelijk zijn met Sartre als haar bondgenoot, degene met wie ze alles kan bespreken. Haar periode in Marseille en later Rouaan blijkt uiteindelijk mee te vallen. Sartre en zij zien elkaar geregeld. Op een gegeven moment krijgen ze beiden de kans terug te keren naar Parijs.
Als lerares ontwikkelt zij vriendschap met een aantal leerlingen. Deze vrouwen, Olga, Wanda, Bianca en Nathalie raken in de ban van hun jonge lerares en er ontstaan vriendschaps- en liefdesverhoudingen, ook Sartre en Bost, een mannelijke vriend, zijn hierbij betrokken. Zij gaan deze cirkel van mensen de Familie noemen. Het is niet alleen maar leuk, door deze contacten gaat ze beseffen dat de anderen jaloers op haar kunnen zijn en dat er over haar gepraat kan worden, hetgeen hard aankomt. Zelf ervaart zij ook jaloezie. Toch zijn zij en Sartre de leden van de groep met de meeste macht. Pas veel later zal zij begrijpen dat het pact wat zij met Sartre sloot nadelig kon zijn voor de anderen en begint zij zich er vragen bij te stellen. Ze schrijft er een roman over: Uitgenodigd.
Zij woont in hotels, huurt daar een kamer. Haar eigenlijke leven speelt zich af in de stad. s' Morgens ontbijt ze ergens in een restaurant, daarna gaat ze naar café du Dôme. Daar zit ze op de 1-e etage aan een tafeltje en schrijft. Daar ontmoet ze haar vrienden. Dit is zoals ze het wil, niet de doorsnee taken van een vrouw, een man, kinderen en het huishouden. Alle tijd hebben voor dat wat ze het liefste doet, denken, schrijven en haar vrienden ontmoeten.
Al lezend maak ik een reis door de tijd. De aanloop naar de oorlog, het gevaar dat steeds dichterbij komt. De Spaanse burgeroorlog breekt uit. Een van haar vrienden vecht mee aan de kant van de Republikeinen. Italië en Duitsland bombarderen Spanje. Maar ook een tijd voor haar en Sartre om te reizen. Zo steken ze met een vrachtschip over naar Griekenland. Sartre en zij hebben een hartstochtelijke hekel aan de bourgeoisie en geven niet om luxe. Dat ze toch tot de gepriviliseerden behoren zal ze gedurende deze periode in haar leven beetje bij beetje ontdekken. Zoals op dit soort schepen, waar zij een andere behandeling krijgt dan de mensen met een lagere positie.
Ze slapen in kleine hotelletjes, hebben bijna geen geld, slapen soms onder de zon, eten wat ze lekker vinden. Simone is degene die de plannen maakt, ze is onuitputtelijk. Sartre volgt, maar soms gaat het hem te ver, dan wil hij niet mee en stampvoet zij van kwaadheid. Ze gaan naar Londen, Griekenland, het Zuiden van Frankrijk, Italië, Marokko, zelfs naar het Zuiden van Marokko. Zij ervaart de intense armoede van sommige gebieden. Trekt ze het zich aan? Stelt ze er vragen bij? Nee, het blijft bij opmerken. Ze genieten van de natuur, maken lange wandelingen, beklimmen bergen, proeven het andere eten, kijken naar en becommentariëren de mensen die ze tegen komen, ondertussen pratend over alles wat hen bezighoudt. Reizen zal hen hun hele leven een groot plezier geven, waarbij ze de plekken die rijken bezoeken zullen proberen te vermijden.
In 1939 ervaart ze een keerpunt in haar leven. Zij breekt met haar individualisme, ze leert solidariteit kennen. De periode ervoor bouwt zij haar leven op, verwerft onafhankelijkheid, leven, genieten was het voornaamste. Zij leert haar ideeën vorm geven in romanvorm, moet daar eerst een vorm voor vinden. Is het in het begin een sterk besef van soevereiniteit wat haar drijft, door het contact met de anderen wordt zij zich, soms via een harde leerschool, bewust van bestaan naast haar. En dan gebeurt er nog iets groters, de geschiedenis breekt over haar uit. Hier heeft ze geen zeggenschap over, alles verandert. Ze wil het niet, maar het gebeurt.
WOII breekt uit. Ze vlucht met Bianca Parijs uit. Later keert zij terug naar Parijs. Sartre wordt krijgsgevangen genomen. De Duitsers leggen steeds meer beperkingen op. Simone moet een verklaring ondertekenen dat zij niet Joods is om als lerares te kunnen werken en dat doet zij. Later zal Sartre haar dit kwalijk nemen. Hij heeft de periode van de gevangenschap als positief ervaren, kameraadschap, betrokkenheid. Wanneer hij vrijkomt zegt hij haar in verzet te willen, maar hoe, wat en waar, ze weten het niet. Hij zal de verklaring nooit tekenen. Toch wordt hij aangenomen als leraar.
Zij moeten ramen verduisteren. In de cafés die zij bezoeken infiltreren Duitsers en Fransen die met hen heulen. Er is bijna geen voedsel meer te krijgen, de metro werkt vaak niet meer, auto's rijden niet, Simone leert fietsen. Men luistert naar de BBC. Nathalie, Bourla komen bij haar wonen in haar hotel in de Rue Dauphine. Geen elektriciteit, metro's gesloten. Zij gaan nu niet meer naar le Dome, maar naar Café de Flore. Dit wordt hun nieuwe "thuis". Hier komen minder Duitsers, wel verklikkers. Hier ontmoeten ze Picasso en Dora Maar. Sartre wordt lid van het comite-national-des-ecrivains.
Zij verliest haar baan. De moeder van Nathalie komt bij Simone op bezoek en vraagt haar haar invloed uit te oefenen op Nathalie, de Joodse Bourla met wie Nathalie een verhouding heeft moet weg. Simone weigert. Daarop geeft de moeder haar aan bij de leiding op haar werk, ze beschuldigd haar samen te wonen zonder getrouwd te zijn en haar studenten allerlei homoseksuele schrijvers aan te raden. Simone vindt een parttime baan bij Radio Vichy.
De Joden komt het zwaarst aan wanneer Bourla, de Joodse vriend van Nathalie Sorokine verdwijnt, opgepakt wordt en hen vertelt wordt dat hij vermoord is in een kamp.
Sartre en Simone maken kennis met Michel Leiris en zijn vrouw. In hun huis ontmoeten zij 's nachts allerlei mensen en breiden hun vriendenkring uit. De avondklok telde, men kon niet meer naar buiten, maar binnen werden feesten gehouden. Men deed nog zuiniger met eten en drinken, zodat men voedselbonnen overhield en daarvan kocht iedereen eten en drinken voor deze feesten. Er werd gelachen, gepraat, er werden voordrachten gehouden en dingen getoond en er werd zo een band gesmeed tussen de mensen die daar kwamen.
En dan komt langzaam de bevrijding. Alles is diffuus, er zijn nog steeds sluipschutters, nog steeds hebben Duitsers op sommige plaatsten de macht. De Engelsen bombarderen.
Zij sluit het boek af met gedachten aan de dood, de dood van Zaza, de dood van Bourla. Ze overdenkt de breuk die er in haar leven kwam. Niet langer denkt zij nu dat zij het middelpunt van het heelal is. Als kind, tiener en jonge vrouw beleefde zij het zo, haar leven, haar tijd, haar geluk, haar wil, het bracht haar vrijheid en onafhankelijkheid, een leven zoals ze het zelf vorm wilde geven. De vriendschappen met mensen van vlees en bloed leverden echter pijnlijke confrontaties op, ze begrijpt nu dat ze ook met anderen rekening moet houden. De oorlog overviel haar, of vraagt ze zich af sloot ze er haar ogen voor? Wist ze het wel, zag ze de symptomen wel, maar wilde ze het niet weten? Omdat haar geluk, haar vrijheid voorop stond? Vanaf nu zal ze, neemt ze zich voor, zulke fouten niet meer maken.
Simone heeft niet actief deelgenomen aan het verzet. Het politieke verzet waar Sartre en zij bekend van zijn kwam pas na de oorlog. Sartre heeft heel voorzichtig, zijdelings iets gedaan.
In 1944 publiceert Simone Pyrrhus et Cinéas. Het boek is een analogie op het menselijk leven, waarbij de mens zichzelf steeds nieuwe doelen stelt, zonder dat er een absoluut doel is. De Beauvoir ontwikkelt hier een ethiek waarbij er geen absolute waarden of standaarden zijn.
In 1945 publiceerde Simone "Le Sang des autres". Het boek is gepubliceerd in 1945 en vertelt over de levens van verschillende personages in Parijs in de aanloop naar en tijdens de Tweede Wereldoorlog . De roman onderzoekt thema's van vrijheid en verantwoordelijkheid.
les-temps-modernes, door Sartre, Simone de Beauvoir en Merleau Ponty opgericht in 1946. Les_Temps_modernes
Ik vond het heel fijn om dit boek te lezen. Vooral omdat iemand aan het woord is die de tijd die ze beschrijft meemaakt. Het dringt behoorlijk bij me binnen, de oorlog die langzaam dichter bij komt, die eigenlijk ontkent wordt door een ieder, maar dan werkelijkheid wordt en wat dit gaat betekenen voor het dagelijks leven. Daarnaast komt levensvreugde naar voren, het plezier van reizen, het plezier van vrienden maken, het plezier van met hen de wereld leren kennen. Maar ook het verdriet wanneer hun levens plotseling worden weggerukt.