Het Japanse begrip wabi staat voor de pretentieloze schoonheid en waarheid van het eenvoudige. Het verwijst naar de bekoring van het onvolmaakte, van alles wat gladde perfectie mist. Wabi is wat waarde heeft omdat het weerloos is, om met Lucebert te spreken. Een veel gebruikte theepot met een deuk. Een vogel in een dode boom. En, ja, een herfstblad dat omlaag dwarrelt van een boomtak.
Het tweede woorddeel - sabi - betekent letterlijk 'roest' en verwijst naar zaken die zijn getekend door het patina van de tijd. Daarmee suggereert dit begrip een sfeer van eenzaamheid, het is immers de tijd die in zijn voortgang de dingen van elkaar scheidt. Maar deze eenzaamheid heeft de dubbele betekenis van alleen-zijn en van één-zijn, dat wil zeggen van een(zaam)heid met het tijdloze dat zich in het tijdelijke manifesteert.
De woorden wabi en sabi geven samen uitdrukking aan een gevoel voor de schoonheid van het simpele, onooglijke, onvolmaakte, verweerde en verwaarloosde dat meestal over het hoofd wordt gezien. Wabi-sabi staat diametraal tegenover de wereld van glamour, hype en beleveniseconomie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten