Vorige maand las ik voor mijn boekenproject 2015 Eline Vere van Couperus.
Ik kocht het boek jaren geleden toen ik nog lid was van een boekenclub. Ik heb het toen ook gelezen, maar herinnerde me er niet veel meer van. Ik weet het loopt slecht af met Eline, maar hoe en wat, geen idee meer.
Al lezend maak ik lief en leed mee van een aantal families, verliefdheden, verlovingen, gebroken harten, feesten en partijen, huiselijke besognes, picknicks en dat alles ingebed in beschrijvingen van het weer, deze beschrijvingen geven me een goed gevoel. Zo zit ik de ene keer bij een lekker behaaglijk haardvuur, terwijl er buiten een storm raast en regen tegen de ramen klettert. Een andere keer eet ik aardbeien en kersen terwijl we op een boerenkar rijden op weg naar de picknick. Het is warm en we zoeken daarom gauw de schaduw.
Ik volg de belevenissen van een groep jonge mensen. Bezig met hun studie, hoewel, sommigen ook wat minder hard studerend als gewenst. Die pret maken, die elkaar opzoeken. Hun ouders zijn trots op hun huizen en bezoeken veelvuldig de schouwburg, elkaar en allerlei feesten.
Maar dan is daar Eline. De mooie, ranke, elegante Eline, die zoveel aandacht aan haar kleding schenkt en zich er van bewust is hoe ze aanminnig over zal komen. Gekunsteld vind een nichtje. Foei toch, spreek geen kwaad over Eline. Eline lijkt op haar overleden vader. Een kunstenaar, die meer kunstwerken maakte door erover te praten dan daadwerkelijk, maar wel een kunstenaar met veel gevoel. Eline droomt in stilte over ....... ja, waar droomt ze over? In ieder geval over een operazanger, waar ze van alles bij fantaseert. Maar dan krijgt ze een huwelijksaanzoek en zegt ja en is maandenlang in de zevende hemel.
Op een goede dag komt echter een neef terug van een wereldreis. Een gekwelde geest, die zich ziek voelt. Eline brengt dagenlang met hem door en beeldt zich in dat hij verliefd op haar is. Haar verloofde begint haar te irriteren. Hij is zo saai en zo braaf en zo langzaam. Wanneer de bom barst is het goed mis. Eline schreeuwt en scheld en zegt dusdanige dingen dat de breuk niet meer te lijmen valt. Haar verloofde verdrietig achterlatend en zijzelf in de war. Neef vertrekt naar het buitenland en spreekt zich niet uit, iets wat ze toch stellig verwachtte. En daarna kwijnt Eline weg. Ze verslonst zichzelf en wordt vel over been. Ze gaat zich van alles inbeelden. Zij heeft spijt van de verbroken verloving. beeldt zich in dat zij niet in staat is gelukkig te maken. Zij wordt meegenomen naar Parijs, leert 'het grote leven"kennen. Krijgt een huwelijksaanzoek en terwijl ik denk, gelukkig, het komt toch nog goed neemt zij een overdosis en sterft.
Eline Vere verscheen eerst als feuilleton in de krant Het Vaderland. Het verhaal van de getroebleerde jonge vrouw was in Den Haag destijds ""the talk of the town"". In 1889 werd het als roman uitgebracht.
Ik vind het vreemd dat juist mannelijke schrijvers hoofdpersonen als Eline Vere, Anna Karenina, Madame Bovary creëerden. Werden zij aangetrokken tot het type vrouw uit die tijd? Vonden zij de vrouw als engel in huis aantrekkelijk? Hadden zij medelijden met de kwijnende vrouw, vol fantasieën die nooit waarheid worden? Of stelden zij het aan de kaak? Die indruk heb ik niet. Flaubert schijnt zelfs gezegd te hebben ""Madame Bovary, cést moi!"" Waar kwam al dat kwijnen, dat verlangen naar de dood, naar het schone toch vandaan?
Het socialisme bedreigde de rust van de burgerij, de evolutieleer zei dat de mens ook een dier is, wat in strijd is met de letterlijke interpretatie van de bijbel, en de psychologie van Freud liet zien dat er in de mens zaken verscholen liggen die men liever ontkende Hierdoor wisten velen zich geen raad meer. Dit kwam duidelijk tot uiting in de kunsten. In de kunsten uitte zich dit als estheticisme (schoonheidsleer, wat overigens geen kunststroming is), het persoonlijk leven van veel kunstenaars als decadentisme (drank, drugs, losbandigheid) en dandyisme (overdreven verfijning, zelfs aanstellerij). Hierbij vluchten sommige kunstenaars vaak letterlijk uit de dagelijkse realiteit (door bijvoorbeeld drugs), maar het gaat vooral erom, om het scheppen van een mooiere wereld. Dit duidt dus weer op de algemene term ‘estheticisme’, wat ook wel ‘l’art pour l’art-doctrine’ genoemd wordt. Hierbij is de opvatting dat kunst geen andere functie mag hebben dan kunst – dus mooi – te zijn. Op deze manier is de kunst losgekoppeld van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheidsfunctie, waar het vroeger meer om de inhoud gaan, gaat het nu meer om de vorm. mightymo/fin_de_siecle-.htm
Nee dan een schrijfster, die enkele tientallen jaren eerder leefde en de kachel aanmaakte met kwijnende heldinnen, Charlotte Bronte. Als er nu toch 1 vrouw was die een prototype had kunnen worden van de kwijnende vrouw was zij het wel. Geboren als kind van een arme dominee wisten zij en haar zusjes al snel dat ze zouden moeten gaan werken. In Engeland was een gigantisch vrouwenoverschot en de kans dat ze zou trouwen was klein. Geen huwelijk of baan als gouvernante dan bleef er weinig anders over dan als oude vrijster voor ouders of een gegoede broer zorgen.
Wanneer vrouwen in die tijd hun emoties en talenten onderdrukten, konden zich psychische problemen openbaren die o.a. hysterisch werden genoemd. Hier kun je er wat meer over lezen
het-zijn-de-zenuwen. Grappig te realiseren dat iedere tijd zijn eigen ziektebeeld krijgt. Wie hoort er ooit nog over hysterische vrouwen? In mijn tienerjaren waren er heel wat neuroten op de wereld. Ook dat hoor je nu bijna niet meer.
Charlotte Bronte werd gouvernante en zij haatte het elke minuut. Nadat het plan om een eigen school te beginnen in het water viel besloten de zussen Anne, Emily en Charlotte Bronte schrijfsters te worden, ze schreven uiteindelijk al vanaf hun kindertijd. En het lukte. Denken jullie dat Charlotte Bronte een gekwelde, ongelukkige hoofdpersoon creëerde? Nee het kwam niet in haar op. Zij creëerde Jane Eyre. Onafhankelijk en sterk. Onderstaande quotes uit Jane Eyre klinken niet erg onderdanig, nietwaar? Ze schreef dit jaren voordat Tolstoi, Couperus en Flaubert aan hun boeken werkten. Zij was haar tijd ver voor. Dit is andere taal, nietwaar?
Mannelijke schrijvers hadden blijkbaar behoefte aan een alter ego en creëerden een afhankelijke, vrouw smachtend naar liefde en schoonheid. Terwijl een vrouwelijke schrijver, die zich in een afhankelijke positie bevond een sterke, onafhankelijke heldin creëert, en hiermee een voorloper wordt voor het later opkomende feminisme.
Do you think I am an automaton? - a machine without feelings? And can bear to have my morsel of bread snatched from my lips, and my drop of living water dashed from my cup? Do you think, because I am poor, obscure, plain, and little, I am soulless and heartless? You think wrong! - I have as much soul as you, - and full as much ♥! And if God had gifted me with some beauty and much wealth, I should have made it as hard for you to leave me, as it is now for me to leave you. I.. Ch. 23, Jane Eyre