Marit Törnqvist, nog altijd onzeker over haar werk, dacht dat de kleuren in ”Jij bent de liefste” te druk waren, dat er geen eenheid was. Totdat er meer dan 200.000 exemplaren van werden verkocht...
Met het boek ”Tekenaars. Kinderboekenillustratoren geportretteerd” geeft Joukje Akveld een unieke inkijk in het leven en het werk van negentien kinderboekenillustrators.
„Als ik een goed verhaal krijg, gebeurt er wat, dan gaan er in mijn hoofd luikjes open die anders dicht waren gebleven.” Kinderboekenillustrator Noëlle Smit hoopt altijd dat de tekst die ze moet illustreren haar aanspreekt. Want afwijzen is niet haar sterkste kant. „Ik kan slecht nee zeggen en mis nog de arrogantie om een tekst af te wijzen...” Smit (1972) is een van de jongste illustratoren die Joukje Akveld interviewde.
De Franse schilder Matisse is een inspiratiebron voor veel van de tekenaars, blijkt uit het boek (Dick Bruna, Thé Tjong-Khing, Harrie Geelen, Jan Jutte). De gebundelde interviews laten zien dat veel illustrators een nederige geest hebben. In de woorden van Geelen, die zowel schrijf- als tekenprijzen kreeg: „Die prijzen kreeg ik niet omdat ik de beste was, maar omdat wat ik maakte op dat moment het meest opviel. Ik doe dingen die mensen niet eerder hebben gezien en daar houden jury’s van.” Of in die van Thé Tjong-Khing: „Eigenlijk is tekenen allemaal jatwerk. Je leent van alles en iedereen, gebruikt dingen die je ooit hebt gezien of geleerd.”
Leukje weetjes te over in het –uiteraard rijk geïllustreerde– boek. Geelen werd in zijn studententijd pas „na enig aandringen van haar kant” verliefd op Imme Dros, met wie hij nog altijd samen is. Sylvia Weve tekent liever volwassenen dan kinderen, liever dikke mensen dan dunne. „Van die vlezige types met grote voluptueuze vormen, die zorgen voor een mooie compositie. En je tekening is lekker snel vol. ” Dick Bruna maakt elke ochtend een tekeningetje voor zijn vrouw, heet eigenlijk Henk en dankt zijn huidige naam aan de molligheid uit zijn jeugdjaren.
Het hoofdstuk over Mance Post biedt nog een aardige naamgevingsanekdote. Post werd geboren als vierde dochter in een gezin. Haar ouders wilden toch haar vader vernoemen, dus kreeg ze de namen Hermance Berendina. Na haar werd toch nog een zoon geboren: Herman Berend – maar Mance had voorgoed haar bijzondere naam.
Post, die zich het vak goeddeels zelf heeft geleerd, is onder meer bekend van haar linoleumsneden bij Toon Tellegens dierenverhalen. Die techniek is een uitkomst voor de hoogbejaarde dame (1927). De gedetailleerde potloodtekeningen die ze eerder maakte kon ze vanwege staar en andere oogklachten nog maar moeilijk maken. Lino’s zijn grover en eisen minder precisie. „Sommige van mijn dierbaren zeggen wel eens: „Mance, jij houdt nooit op. Als je ogen nog minder worden (...) ga je met een spuitbus de stad in.””
Tekenaars. Kinderboekillustratoren geportretteerd, Joukje Akveld;
uitg. Hoogland en Van Klaveren, Hoorn, 2010; ISBN 978 90 896 7055 7; 231 blz.; € 29,90.
Leuk blog!
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Haagje