In de Tweede Wereldoorlog maakte Marius van Beek deel uit van het gewapend verzet. Hij is enige tijd ondergedoken geweest bij beeldhouwer Pieter d'Hont in Utrecht, die zijn leermeester werd. Sinds 1959 woonde hij in Oosterbeek bij Arnhem. Hij maakte diverse studiereizen, onder andere naar Italië (1950 - Rome en Sicilië), Spanje (1951), Egypte (1963), Soedan (1963) en Nubië. Ook bezocht hij in 1976 de Dogoncultuur in Mali en bestudeerde hij in 1979 de architectuur van de Inca's in Peru. Sporen van deze reizen zijn in zijn werk terug te vinden.
wiki/Marius_van_Beek
Het wonderlijke spel van tijdaanduiding door de zon De Zonnepoort in Arnhem was eigenlijk het begin van het werken in natuursteen, althans zo direct in de grote blokken. Die steen kwam niet uit een groeve maar van een hele oude steenwerf in Tilburg die opgeheven werd. Daar lagen prachtige grote blokken graniet die gewoon als ramsch verkocht werden. Meestal wordt dat materiaal gebruikt om platen van te zagen. Maar omdat ik die blokken zo bruut wilde gebruiken, kon ik ze toen betrekkelijk voordelig kopen. Van daaruit ben ik gaan werken en is de Zonnepoort ontstaan. Ik was toen al met allerlei kosmische toestanden bezig en het bestuderen van zonnestanden en het hele wonderlijke spel van tijdaanduiding door de zon. Dat heb ik geprobeerd door middel van die poort vast te leggen. Via een vizier kun je de opgaande zon zien op de zonnewende-dagen van 21 maart en 21 september. Dat wordt weinig meer opgemerkt, maar oorspronkelijk was er nog wel enige belangstelling voor. Het is tenslotte, omdat het een heel ruimtelijk werk is, in het park Immerloo In Arnhem-Zuid terechtgekomen. eddybrugman
Voor mijn boekenproject 2018 las ik "Uren met Flaubert en andere herinneringen" van Maxime du Camp. Deze herinneringen bieden een uiterst levendig inkijkje in het culturele leven van Parijs tussen 1840 en 1880.
Maxime en Gustave Flaubert zijn vrienden. Zij kennen elkaar vanaf hun jeugd. Samen met nog een paar vrienden brainstormen ze wat ze gaan doen met hun leven en waar ze zullen zijn wanneer ze volwassen zijn. Reizen en schrijven dat zijn de toverwoorden. Maxime ontwikkeld zich tot fotograaf, schrijver en oprichter van een blad. Flaubert zal het beroemde Madame Bovary schrijven.
Het is het begin van een 'indestructible amitié', die zal duren tot Flauberts dood, in 1880. 'De vriendschap tussen Flaubert en mij kwam niet bepaald traag op gang; na een uur tutoyeerden we elkaar en er ging zelden een dag voorbij waarop we elkaar niet ontmoetten. Ik bewonderde hem zeer; zijn intellectuele ontwikkeling was buitengewoon; zijn geheugen was kolossaal, en omdat hij zeer veel had gelezen, leek hij op een soort levend woordenboek waar men tot voordeel en genoegen in kon bladeren.' volkskrant/herinneringen-van-maxime-du-camp
Maxime onthult in het begin van het boek dat Flaubert aan vallende ziekte lijdt. Blijkbaar was het wel bekend, maar het zo publiceren werd hem kwalijk genomen, o.a. door Guy de Maupassant. Eerst gaat het erover dat Gustave bij zijn ouders woont en heel voorzichtig leeft. Maar na het overlijden van zijn vader kunnen de twee vrienden op reis. Eerst naar Bretagne en later verder weg, naar het Midden Oosten. Naar onder andere Egypte en andere landen in de 'orient' komen aan de orde. the-birth-of-travel-photography-du-camp-and-flauberts-1849-trip-to-egypt
Maxime du Camp reist door Syrië en Palestina. Hij schrijft: " Op Jeruzalem ligt nog steeds een vloek. Net als vroeger geldt er tweedracht tussen katholieken, orthodoxen, kopten, Armeniërs, Grieken. Gelukkig zijn de Mohammedanen er, zij houden de vijandige broeders uit elkaar, zij redden het Heilige Graf, dat zonder hen zou verdwijnen in het strijdgewoel. Al die sekten proberen elkaar via hun consuls te overheersen. De Turk luistert naar de klachten, gaat op geen enkele klacht in, houdt de verdeeldheid in stand die hem de macht verzekert.
Maxime du Camp beschrijft andere schrijvers alsAlfred de Musset, George Sand, Baudelaire, Théophile Gautier en Gérard de Nerval. En passant beschrijft hij de revolutie van 1848 en de opstand van de Communards. Zijn stijl is niet vilein. Maxime du Camp heeft een grote liefde voor de literatuur. Zowel voor de schrijvers met succes, aankomend schrijvers als dichters en schrijvers die het niet lukt en in armoede leven. Zijn beschrijving hiervan is liefdevol en betrokken.
Mooi zijn bijvoorbeeld de bladzijden die hij wijdt aan Philoxene Boyer, een dichter van meer dan middelmatige begaafdheid en een bescheiden vermogen. Een horde kunstenaars - onder wie Hugo, Baudelaire, Gautier en de fotograaf Nadar - overlaadde hem met complimenten, vereerde hem met blijken van vriendschap - en vrat hem uit tot op de laatste centime, waarna Boyer in armoede ten onder ging.groene/borrelen-met-flaubert-en-Baudelaire.
Maxime brengt samen met anderen het tijdschrift Revue de Paris weer tot leven. O.a. werd hierin Madame Bovary voor het eerst gepubliceerd.Maxime du Camp raadde Flaubert af om enkele passages op te nemen. Flaubert wilde dat alles erin zou komen. Dat resulteerde in een geruchtmakende rechtszaak in januari 1857 vanwege obsceniteiten. Na de vrijspraak op 7 februari, werd het in boekvorm gepubliceerd in april 1857, Het werd een groot succes. Het proces had als reclame gewerkt.
Ik kan proberen een heleboel over Flaubert vertellen, maar beter dit te lezen. dbnl- flaubert
Boekenproject 2018
Uren met Flaubert en andere herinneringen - Maxime du Camp
De Woeste Hoogte - Emily Bronte
Dagboeken van Sylvia Plath
Het blauw van de zee en het blauw van de stad- Abdelkader Benali
Brieven aan mijn dochters - fawzia Koofi
De Bloementuin - Christina Gaboni
Essya - Jan Wolkers
Carol - Patricia Highsmith
De lijst van al mijn wensen - Grégoire Delacourt
Chocolat
Ik wil nooit vergeven worden - Ted Hughes
Jij zegt het - Connie Palmen
De klokkenluider van de Notre Dame - Victor Hugo
Hallo Witte Mensen - Anousha Nzume
De levens van Jan Six - Geert Mak
De Som der Dagen - Isabel Allende
Parijs Retour - Bart van Loo
Mijn Russische Geschiedenis - Anya von Bremzen
In het kader van mijn biografieproject 2018 las ik de autobiografie die Sylvia Beach schreef, de oprichtster van boekwinkel Shakespeare and Co in Parijs in de jaren 20 van de vorige eeuw. Ik hou van boeken maar ik vind het ook altijd heel leuk om bijzondere boekwinkels te ontdekken. Ik volg op Facebook al langer Shakespeare and Company. Ik las over de oprichtster, maar wist verder eigenlijk heel weinig. En nu kan ik erover lezen en nog wel vanuit een boek dat de oprichtster zelf schreef. Nu weet ik zoveel meer. Ik ontdekte dat Sylvia met haar boekhandel op 2 verschillende plaatsen in Parijs heeft gezeten. En dat was nieuw voor mij.
Nr. 12 in de rue de l'Odéon, tweede boekwinkel
Tijdens het interbellum groeide de winkel uit tot het trefcentrum voor de Anglo-Amerikaanse schrijvers die kort na de Eerste Wereldoorlog neerstreken, de Lost Generation, in de Franse hoofdstad. Oorspronkelijk gevestigd op nr. 8 in de rue Dupuytren verhuisde de zaak al in 1921 naar nr. 12 in de rue de l'Odéon tot de sluiting in december 1941. Behalve als ontmoetingsplaats voor enkele grote namen uit de literatuur als Ernest Hemingway, Djuna Barnes, Gertrude Stein, Janet Flanner, F. Scott Fitzgerald, Gertrude Stein, en James Joyce, werd de boekhandel vooral beroemd als de oorspronkelijke uitgever van Ulysses.wiki/Shakespeare_and_Company.
Ik lees dat zij haar boekhandel moest sluiten toen de Duitsers Parijs veroverden in de WOII. Een Duitse officier stapte haar winkel binnen en vroeg naar het boek van James Joyce. Sylvia wilde het niet geven. Er volgde een bedreiging. Zij sluisde haar boeken weg en sloot de winkel. Zijzelf heeft de winkel niet meer geopend na de oorlog. Dat er toch nog steeds een boekhandel is met deze naam komt omdat Sylvia de naam heeft overgedragen aan een andere boekhandel.shakespeareandcompany
In 1951 opende Amerikaan George Whitman een andere Engelstalige boekhandel annex bibliotheek in Parijs onder de naam Le Mistral. Net zoals Shakespeare and Company dat ondertussen al tien jaar gesloten was, werd het snel een ontmoetingsplek voor een aantal schrijvers, deze keer voornamelijk van de Beat Generation, zoals Allen Ginsberg, Gregory Corso, en William Burroughs. Sylvia Beachbequeathed the official name to George Whitman in the late 1950s and upon her death, he renamed his bookstore, Shakespeare and Company, in her and the store’s honour. He had originally called his store Le Mistral.
Shakespeare and Company zoals het nu is. Lief, he?
Ik ontdekte pas hoe het er echt uitziet toen ik het opzocht op Google Earth.
Ik dacht dat dit nog steeds de oorspronkelijke kleine winkel was waar Sylvia Beach inzat
Echter op Google Earth zag ik dat het niet in een smal straatje ligt
Maar dat er een wijdse ruimte tegenover ligt met uitzicht op de Notre Dame
Nu zie ik natuurlijk dat de voorzijde van de winkel heel anders is
Sylvia is een jonge Amerikaanse die haar liefde voor boeken en de Amerikaanse literatuur wil doorgeven aan Franse lezers. Ik wist niet dat zij vanaf het begin een contact had met een andere Frans boekwinkel eigenaresse Adrienne Monnier, smartbitchestrashybooks. Zij zaten zelfs een periode tegenover elkaarin de rue de l'Odéon. In haar boek heeft Sylvia het veel over Adrienne, maar ik ontdek pas laten op internet dat zij een liefdesrelatie hadden.
Sylvia Beach en James Joyce
Wat ik het meest boeiend vond is het verhaal rond James Joyce en zijn boek Ulysses.wiki/Ulysses. Wanneer ik nu over boeken als Ulysses, Faust etc hoor dan denk ik dat dit zo´n beetje het "hoogste" is wat de literatuur heeft voortgebracht. Ik heb de boeken nooit gelezen omdat ik denk dat ze heel moeilijk zijn. Maar ik voel een immens respect wanneer ik erover hoor. Echter, James Joyce kon zijn boek niet uitgegeven krijgen. Sylvia besloot daarom zelf zijn boek uit te geven, hoewel uitgeven voor haar onbekend terrein was. Het is erg leuk te lezen hoe dit allemaal ging. Maar schokkend te lezen hoeveel James Joyce en Sylvia aan weerstand vanuit Engeland en de USA ervaarden bij de uitgave. Opnieuw besef ik hoeveel lagen de werkelijkheid heeft. Nu is het boek bewierookt, toen verguisd en tegengewerkt. En in het geval van Ulysses geen honderden jaren geleden, nee, in de 20-e eeuw. En waarom denken jullie dat de uitgave zo tegengewerkt werd? Juist, een aantal seks passages. Ongelofelijk, he, in een tijd waarin 2 wereldoorlogen plaats vonden, viel men over een paar seks passages.
Nog een mooi detail. Sylvia kreeg het voor elkaar om dit boek verkocht te krijgen doordat Fransen en enkele Engelsen en Amerikanen een lijst tekenden dat ze het boek bij uitgave zouden kopen. Een soort crowdfunding avant la lettre. Toen het boek eenmaal verspreid werd kreeg Sylvia regelmatig aanbiedingen om seks boeken uit te geven. Natuurlijk ging ze hierop niet in. Hoe gek is de wereld!
(heel mooie foto's van binnen de boekhandel en interessante info mbt de foto's).
Joyce wilde een omslag om zijn boek in de kleur Grieks blauw. Laat nu nergens in Frankrijk die kleur te krijgen te zijn. Ze vonden de kleur in Duitsland. Echter toen was het papier weer verkeerd. En toen moest het bijna onleesbare handschrift van Joyce nog uitgetypt worden.
De jaren 20 gaan over in de jaren 30. Veel van de auteurs die altijd bij Sylvia en Adrienne kwamen kregen succes en zwermden uit. Ze missen hen. Maar opnieuw melden jonge auteurs zich aan. De beurskrach komt en ook Sylvia merkt dit. De situatie wordt alarmerend. Andre Gide riep uit: "We kunnen Shakespeare and Compagny niet opgeven". Kunstenaars en schrijvers en lezers staken de handen ineen. Velen tekenden opnieuw in en gaven geld zodat de boekhandel weer verder kon. In ruil konden mensen boeken die nog niet gepubliceerd waren in de winkel lezen.
Sylvia schrijft over deze dagen "dat het een stuk leuker was om van een oorlog af te leven (WO I) dan naar een oorlog toe te leven (WOII). Maar het ergste gebeurt, die tweede oorlog kwam. Veel Parijzenaars vluchten de stad uit toen de bezetters kwamen. Sylvia en Adrienne bleven. Zij brachten hun boeken in veiligheid. Sylvia is een half jaar geïnterneerd geweest in Vittel.
Toen de oorlog afgelopen was hoorde Sylvia een stem: "Sylvia". Het is Hemingway. Ze liet hem binnen. Hij zat in oorlogstenue op de sofa. Hij vroeg of hij iets kon doen. Ze vertelde dat ze bang was voor de Duitse scherpschutters op de daken. Hij riep zijn mannen bijeen, ze snelden de daken op en ze hoorden geweerschoten. En weg was. Hij was zoals hij zei: " Om de Ritz te bevrijden"".
Wat een verhalen, he? Ik moet echt even op adem komen. En er staat nog zoveel meer in. Wat mooi dat er boeken zijn en wij dit allemaal kunnen lezen.
After Adrienne Monnier's suicide in 1955, Beach had a relationship with Camilla Steinbrugge.[14][5] Although Beach's income was modest during the last years of her life, she was widely honored for her publication of Ulysses and her support of aspiring writers during the 1920s. She remained in Paris until her death in 1962, and was buried in Princeton Cemetery. Her papers are archived at Princeton University.[5]
Ik dacht dat het boek niet meer te koop zou zijn. Ik heb het boek uit het magazijn van de bibliotheek laten halen. Maar het is nog gewoon te koop, in ieder geval bij bol.com/shakespeare-and-company Sinds kort heb ik het magazijn van de bieb ontdekt. Wat een schatten liggen daar.
Shakespeare and Compagny - Sylvia Beach
Persoonlijke geschiedenis - Katherine Graham De Grote van Gogh atlas
Dave Boomkens - Liesbeth List
Jan Wolkers - Onno Blom
Chrissie Hynde - Roekeloos
Gorbatsjov - William Taubman
Paul McCartney - Philip Norman
Cecile en Elsa, strijdbare freules - Elisabeth Leijnse