Leuk de tijd dat we surprises en gedichten maakten. Mijn vader, moeder, broer en ik. Heel goede herinneringen heb ik er aan.
Als kind was ik verder panisch voor het hele Sinterklaasgebeuren buiten ons huis. Eng om naar die man te moeten, eng die grote zwarte pietenhoofden die plotseling voor je opdoemden.
Als de dood was ik op het Sinterklaasfeest van mijn vaders werk. Een enorme zaal met heel veel kindertjes. Die werden het podium opgeroepen en er werd steeds gezegd dat Sinterklaas in zijn grote boek zou kijken of je wel lief geweest was. Ik herinnerde me de keren dat ik niet lief was geweest en dacht, straks moet ik. Wat een opluchting wanneer het afgelopen was.
En nu?
Ik kom uit de drogist stappen en zie een pikzwarte vader met zijn kleine dochtertje met een vreemde blik in zijn ogen, op een afstandje, kijkend naar rondspringende Pieten. Mensen doen hun boodschappen. De Pieten en de kindertjes (al of niet geduwd door de moeders) lopen naar elkaar. De man met zijn dochtertje niet.
Ik denk, wat gaat er door deze man heen?
Ik wens dat het Sinterklaasfeest nog eeuwen mag bestaan. Met paarse, rode, gele, blauwe, groene, roze, zilveren en gouden pietengezichten in de kleur van hun fluwelen baretten. Ik hoop dat kinderen nooit meer bang hoeven te zijn. Ik hoop dat volwassenen erover heen kunnen stappen dat
zwarte Piet K L E U R R I J K is geworden. Kinderen valt het niet op. Volwassenen hoeven niet meer beschaamd te zijn.
En WIJ hebben een mooi volksfeest.
O zo
BeantwoordenVerwijderenkus Tineke