In de maand mei las ik het boek ""de Tijd Hervonden"" van Proust. Het is het laatste deel van de cyclus van 7 boeken die hij schreef "À la recherche du temps perdu" ("Op zoek naar de verloren tijd"). Ik heb er nu 3 gelezen. En bij dit laatste deel was het de eerste keer dat ik het jammer vond dat ik niet wist wat eraan vooraf gegaan was.
Zo speelt het boek zich ineens af in de eerste Wereldoorlog, terwijl de eerdere boeken die ik las zo rond 1870/1889 afspeelden. Proust vertelt in dit laatste boek over Parijs dat 's avonds verduisterd moet worden, over vliegtuigen en afweer geschut, maar ook over de restaurants die vol zitten en de roddels die rond gaan.
Dit laatste boek eindigt met een bezoek aan de salon van de Quermantes. De hoofdpersoon is tientallen jaren niet meer in Parijs geweest en hij denkt in eerste instantie op een gekostumeerd bal terecht te zijn gekomen, Vreemd, iedereen heeft zich ouder gemaakt. Mannen hebben grijze baarden, lopen moeizaam. Vrouwen zijn matrones met grijze haren. Er komt een vrouw op hem af en hij heeft geen idee wie het is, tot iemand de vrouw bij haar naam noemt en het tot hem doordringt dat het een vriendin is die hem dierbaar is. Het is geen gekostumeerd bal, iedereen is ouder geworden. Ik heb een kaart gemaakt waarin ik dit probeer weer te geven. Eerst zien jullie een beeldschone jonge vrouw. Draai je de kaart om dan zie je haar jaren later, het haar grijs geworden.
Zo speelt het boek zich ineens af in de eerste Wereldoorlog, terwijl de eerdere boeken die ik las zo rond 1870/1889 afspeelden. Proust vertelt in dit laatste boek over Parijs dat 's avonds verduisterd moet worden, over vliegtuigen en afweer geschut, maar ook over de restaurants die vol zitten en de roddels die rond gaan.
Dit laatste boek eindigt met een bezoek aan de salon van de Quermantes. De hoofdpersoon is tientallen jaren niet meer in Parijs geweest en hij denkt in eerste instantie op een gekostumeerd bal terecht te zijn gekomen, Vreemd, iedereen heeft zich ouder gemaakt. Mannen hebben grijze baarden, lopen moeizaam. Vrouwen zijn matrones met grijze haren. Er komt een vrouw op hem af en hij heeft geen idee wie het is, tot iemand de vrouw bij haar naam noemt en het tot hem doordringt dat het een vriendin is die hem dierbaar is. Het is geen gekostumeerd bal, iedereen is ouder geworden. Ik heb een kaart gemaakt waarin ik dit probeer weer te geven. Eerst zien jullie een beeldschone jonge vrouw. Draai je de kaart om dan zie je haar jaren later, het haar grijs geworden.
Wat ik in de boeken van Proust het meest bewonder is hoe hij over tijd denkt
Natuurlijk weet ik wat tijd is. Tijd zie je op een klok. 's Morgens is het licht en 's avonds wordt het donker. Er zijn seizoenen, Dat is allemaal tijd. Toch heb ik altijd een gevoel dat tijd meer is dan dit. Maar wat het precies is kan ik niet duiden. Daarom lees ik graag ideeën die anderen hebben m.b.t. de tijd.
Zo maakte ik bij Nietzsche kennis met
De eeuwige wederkeer
Augustus 1881, in Sils-Maria, gelegen in de Zwitserse Alpen -,,6000 voet boven de zee en veel hoger nog boven alle menselijke dingen''- toen en daar noteerde Nietzsche dat hij was gegrepen door een gedachte die telkens zou terugkeren in zijn denken, namelijk de leer van de eeuwige wederkeer. ,,Wij weten wat jij ons leert'', zeggen de dieren tegen Zarathustra, ,,...dat alle dingen eeuwig wederkeren en wij zelf ook.'' Zarathustra beaamt dit: ,,Ik kom terug'', zegt hij, ,,niet in een nieuw leven of een beter leven of een dergelijk leven: ik kom eeuwig terug in dit gelijke en zelfde leven'', opdat ik weer de leer van de eeuwige wederkeer zal verkondigen. trouw/Nietzsche-voorloper-van-de-quantumfysica
Proust, de verloren tijd opnieuw ervaren
Proust vertelt over een aantal gebeurtenissen die maken dat het lijkt of de verloren gegane tijd terug is. Niet als een herinnering, maar echt, als tijd die weer aanwezig is en beleeft wordt. Hij struikelt over de ronde keien op de binnenplaats van Guermantes, de drie kerktorens bij Martinville en natuurlijk, de beroemdste, het dopen van een madeleine in een kopje thee. Marcel, de hoofdpersoon doopt een madeleine ( een koekje, zie foto) in bloesemthee.
Ik heb het deel waarin Proust dit beschrijft nog niet gelezen, maar dat gaat zeker gebeuren. In dit laatste boek herinnert Proust er wel aan. Op internet vind ik de passage:
"De warme vloeistof vermengd met de kruimeltjes had nog niet mijn gehemelte aangeraakt of ik werd bevangen door een rilling en ik stopte, vol aandacht voor het buitengewone wat mij overkwam. Een verfijnd genoegen was mij ten deel gevallen, iets geïsoleerds, afstandelijk, zonder enige aanwijzing van zijn oorsprong.(…) Ik voelde mij niet langer middelmatig, afhankelijk, sterfelijk. Waar kwam deze almachtige vreugde vandaan? Ik voelde dat die verbonden was met de smaak van de thee en het koekje, maar die te boven ging.(…) Ik nam nog een tweede slokje, waarin ik niets meer vond dan in het eerste; daarna een derde, dat me nog minder gaf dan het tweede. Het is tijd om te stoppen; het drankje verliest zijn toverkracht. Het is duidelijk dat de waarheid die ik zoek, niet in het kopje te vinden is, maar in mijzelf.” deredactie.be/kunsten
Op dbnl/proust wordt het mooi beschreven: Ondanks zijn enorm psychologisch inzicht en bewustzijnsniveau kon Proust de wereld later nog zo onvervormd waarnemen als op de eerste dag. Onder zeer gunstige materiële omstandigheden ontwikkelde hij een techniek die hem in staat stelde weerstand te bieden aan de druk het denken te normaliseren, te mechaniseren en te automatiseren.
Sites mbt Marcel Proust
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen