vrijdag 13 maart 2020

Verklaring van de rechten van de mens en de burger.




Moeten jullie toch eens kijken
Wat zag het er prachtig uit, he?
Verklaring van de rechten van de mens en de burger, 1789
Vlak voor het uitbreken van de Franse revolutie

Ik lees op dit moment " de kleine Piketty"
Later schrijf ik er meer over
Thomas Piketty haalt deze rechten aan als zijn motivatie
Piketty heeft onderzocht waarom er in deze tijd zulke grote verschillen zijn
 qua vermogen en inkomen.
"Maatschappelijke verschillen kunnen slechts op het algemeen welzijn gebaseerd worden"

Ik lees veel over geschiedenis
En de tijd waarin dit ontstond vind ik fascinerend
En toch las ik deze verklaring nooit eerder
Nu eens wel gedaan

  1. De mensen worden vrij en met gelijke rechten geboren en blijven dit. Maatschappelijke verschillen kunnen slechts op het algemeen welzijn gebaseerd worden.
  2. Het doel van iedere politieke vereniging is het behoud van de natuurlijke en onvervreemdbare rechten van de mens; deze rechten zijn de vrijheid, het bezit, de veiligheid en het verzet tegen onderdrukking.
  3. De oorsprong van iedere soevereiniteit ligt wezenlijk bij het volk. Geen instantie, geen individu kan gezag uitoefenen dat daar niet uitdrukkelijk uit voortkomt.
  4. De vrijheid bestaat daaruit, alles te kunnen doen wat een ander niet schaadt. Zo heeft de uitoefening van de natuurlijke rechten van ieder mens alleen deze grenzen die aan de andere leden van de maatschappij het genot verzekeren van dezelfde rechten. Deze grenzen kunnen alleen bij wet vastgelegd worden.
  5. De wet heeft slechts het recht handelingen te verbieden, die schadelijk zijn voor de maatschappij. Alles wat niet door de wet verboden is, kan niet worden verhinderd en niemand kan gedwongen worden te doen, wat de wet niet verordent.
  6. De wet is de uitdrukking van de algemene wil. Alle burgers hebben het recht, persoonlijk of door hun vertegenwoordigers, aan haar totstandkoming mee te werken. Zij moet voor iedereen dezelfde zijn, hetzij ze beschermt, hetzij ze straft. Daar alle burgers in haar ogen gelijk zijn, kunnen zij in gelijke mate toegelaten worden tot alle waardigheden, plaatsen en openbare ambten volgens hun bekwaamheden en zonder ander onderscheid dan die van hun deugden en talenten.
  7. Niemand kan beschuldigd, aangehouden of gevangen worden dan in bij de wet bepaalde gevallen en in de vormen, die zij heeft voorgeschreven. Ieder die daden naar willekeur nastreeft, bevordert, pleegt of laat plegen, moet gestraft worden; maar iedere burger die door een wet wordt opgeroepen of gevangen, moet ogenblikkelijk gehoorzamen; door weerstand te bieden maakt men zich schuldig
  8. De wet kan slechts strikte en weliswaar noodzakelijke straffen opleggen, en niemand kan gestraft worden dan door een wet die is vastgesteld en uitgevaardigd voorafgaand aan het delict en op wettige wijze toegepast.
  9. Ieder mens wordt als onschuldig beschouwd tot wanneer hij schuldig wordt verklaard; daarom moet, indien zijn aanhouding onvermijdelijk is, ieder gebruik van geweld dat niet dient om de verdachte gevangen te nemen, van rechtswege streng onderdrukt worden.
  10. Niemand mag vanwege zijn opvattingen, ook niet godsdienstige, worden lastig gevallen, in zoverre dat hun uiting de door de wet ingestelde openbare orde niet verstoort.
  11. De vrije uitwisseling van gedachten en meningen is een van de meest kostbare rechten van de mens; iedere burger kan dus vrijelijk spreken, schrijven en drukken, behoudens en bij de wet omschreven gevallen, waarin hij van deze vrijheid misbruik maakt.
  12. De waarborg van de rechten van de mens en van de burger vereisen een politiemacht; deze macht is dus ingesteld voor het voordeel van allen en niet voor het particulier gebruik van hen aan wie ze is toevertrouwd.
  13. Voor het onderhouden van de politie en voor de uitgaven van de administratie is een algemene belasting noodzakelijk, zijn moet gelijk worden verdelen onder de burgers in verhouding van hun middelen.
  14. De burgers hebben het recht zelf of door hun vertegenwoordigers de noodzaak van een openbare belasting te onderzoeken, haar goed te keuren, de aanwending ervan te controleren en haar onderdelen, grondslag, invordering en duur te bepalen.
  15. De maatschappij heeft het recht rekenschap te vragen aan iedere openbare ambtenaar voor zijn bestuur
  16. Iedere maatschappij waarin de rechten niet gewaarborgd zijn, noch de scheiding der machten is vastgelegd, heeft geen grondwet.
  17. Aangezien het eigendom een heilig en onschendbaar recht is, kan niemand ervan beroofd worden, tenzij de openbare noodzakelijkheid, wettelijk vastgesteld, dit vereist en onder voorwaarde van een rechtvaardige en van tevoren vast te stellen schadeloosstelling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

.

.

Boekenproject 2014

Boekenproject 2014

Boekenproject 2015

Boekenproject 2015